Bekwaamheid in professionele ontwikkeling


Inhoudsopgave:

Gedragingen
Terugblik
Bewijslast
Vooruitblik
Bronnen



Gedragingen:

De sportleraar:

  1. Brengt zijn ontwikkeling in kaart en relateert die aan zijn professionele omgeving. Hij kan op narratieve wijze belangrijke leerervaringen verklaren en hierbij reflecteren op zijn eigen functioneren.
  2. Signaleert, analyseert en definieert praktijkuitdagingen en hanteert strategieën om met leeruitdagingen om te gaan. Hij werkt evidence informed: hij genereert, analyseert en selecteert oplossingen op basis van kennis van anderen. Hij blikt terug of de gekozen oplossing het gewenste effect heeft.
  3. Redeneert logisch in zijn professioneel handelen. Hij signaleert zijn kwaliteiten en formuleert betekenisvolle (leer)vragen. Om deze vragen te beantwoorden, analyseert, synthetiseert en interpreteert hij informatie. De sportleraar houdt rekening met verschillende inzichten.
  4. Heeft een onderzoekende en ondernemende houding. Hij denkt in mogelijkheden. Hij durft daarbij uitdagingen aan te gaan en ziet fouten als leermogelijkheden

Terugblik:

Op welke manier ben ik met deze leeruitkomst aan de slag geweest?

Om aan te kunnen tonen dat ik met de leeruitkomst ‘professionele identiteit’ bezig ben geweest heb ik op systematische wijze sturing gegeven aan mijn professionele identiteit op basis van reflecties, kennis en ervaringen van anderen. Hiermee droeg ik bij aan mijn eigen ontwikkeling en die van mijn directe professionele omgeving. Zo heb ik bijvoorbeeld gereflecteerd op mijn didactisch en pedagogisch handelen. Hierbij ging het om mijn eigen ervaringen en functioneren. Ook heb ik gereflecteerd middels het CIMO-model, waarbij ik vooraf bij de voorbereiding een praktijkuitdaging signaleerde. Hierop heb ik strategieën bedacht om met deze leeruitdagingen aan de gang te gaan. Voor het bereiken van mijn POP heb ik ook strategieën bedacht en de route die ik wou lopen visueel gemaakt. Nadat ik deze route heb belopen heb ik hierop gereflecteerd of dit positieve effect heeft gehad. Ook heb ik in mijn praktijkonderzoek rekening gehouden met de verschillende inzichten en ideeën op het Preadinius. Zo heb ik de leerlingen een enquête in laten vullen en docenten geïnterviewd vanuit verschillende leervakken. Ook had ik dit semester een ondernemende houding, door direct in het begin van de stageperiode bezig te gaan met mijn POP. Ook heb ik meerdere keren gebruik gemaakt van meetinstrumenten.

Waarom draagt dit allemaal bij aan mijn ontwikkeling in mijn professionele identiteit?

Doordat ik ben blijven reflecteren op mijn handelen heb ik mijzelf kunnen ontwikkelen. Hierdoor heb ik passende oplossingen kunnen vinden om mijn handelen bij te stellen. Door mijn strategieën te blijven hanteren dwaalde ik niet af van mijn leeruitdagingen. Ook weet ik nu dat ik mijn kennis kan verbreden door rekening te houden met verschillende inzichten. Door gebruik te maken van verschillende meetinstrumenten vraag ik nu feedback aan de leerlingen. Normaal gesproken kreeg ik alleen feedback van mijn stagecoach. Ook doordat ik in mijn stageperiode direct begon met opdrachten uit te voeren heb ik er geen haastwerk van hoeven maken.

Hoe heb ik mijzelf hierin ontwikkeld?

Mijn persoonlijk leerdoel vanuit vorige semester richting semester 3 was, om nog meer te reflecteren op mijn eigen ontwikkeling. Nu kan ik niet met zekerheid zeggen of mijn leerdoel behaald is. Ik heb op mijn pedagogische en vakdidactische handelen/ leerdoelen gereflecteerd. Hierin kun je zien dat ik een ontwikkeling heb doorgemaakt. Ook kan ik nu reflecteren middels het CIMO-model en kan ik strategieën bedenken hoe ik mijn leerdoel ga behalen. Ook kan ik nu voor een onderzoek gebruik maken van verschillende inzichten en ideeën. Voor het krijgen van feedback kan ik nu ook de leerlingen vragen middels meetinstrumenten.

Wat ging er goed?

Ik kwam elke stagedag voorbereid aan. Ook heb ik dit keer niet alleen gereflecteerd op mijn vakdidactische handelen, maar ook op mijn pedagogische handelen. Hiervoor maakte ik gebruik van de leerlingen om feedback te ontvangen en mijn handelen te evalueren. Ook heb ik mijn POP uitgebreid uitgewerkt en mijn ontwikkeling in kaart gebracht. Door mijn professionele houding heb ik nieuwe kennis en ervaringen mogen opdoen.

Waar ben ik minder tevreden over?

Waar ik achteraf minder tevreden over ben is dat ik niet al mijn leerdoelen bespreekbaar heb gemaakt met mijn stagebegeleiders. Wij hebben vooral gezamenlijk gewerkt aan mijn POP (pedagogisch) en mijn instructies (vakdidactisch). Nu wil ik in het nieuwe semester al mijn leerdoelen bespreken met mijn stagebegeleiders en met hun een passende leerroute hierbij vinden.


Koppeling bewijslast:

Reflecteren op mijn didactisch en pedagogisch handelen:


(Figuur 1, Reflectie pedagogisch handelen)


(Figuur 7, Reflectie pedagogisch handelen)




(Figuur 2, Reflectie didactisch handelen)

Gereflecteerd middels het CIMO-model:


(Figuur 3, CIMO-model)

Strategieën bedacht:


(Figuur 4, Leerroute)




(Figuur 5, Reflectie leerroute)




(Figuur 6, Reflectie leerroute)

Verschillende inzichten en ideeën:


(Figuur 8, Interview docenten)




(Figuur 9, Enquête leerlingen)




(Figuur 10, Interview BOK docent)

Ondernemende houding:


(Figuur 11, Feedback)




(Figuur 12, Feedback)




(Figuur 13, Feedback)




(Figuur 14, Feedback)


Vooruitblik:

Op welke manier ga jij je verder ontwikkelen voor deze leeruitkomst?

Waarin ik mijzelf nog meer wil ontwikkelen is, om al mijn leerdoelen bespreekbaar te maken met mijn omgeving (stagebegeleiders en stagebuddy). Wij hebben vooral gezamenlijk gewerkt aan mijn POP (pedagogisch) en mijn instructies (vakdidactisch). Nu wil ik in het nieuwe semester al mijn leerdoelen bespreken en met hun een passende leerroute hierbij vinden.

Wat zijn jouw leerpunten voor het volgende semester?

In het begin van het volgend semester wil ik een overleg inplannen waarbij het hele vaksectie aanwezig is. Ik wil al mijn leerdoelen bespreekbaar maken en hier een passende leerroute bij bedenken. Bij dit overleg wil ik openstaan voor andere ideeën en inzichten.


bronnen:

Figuur 1: Reflectie pedagogisch handelen

Figuur 2: Reflectie didactisch handelen

Figuur 3: COMI-model

Figuur 4: Leerroute

Figuur 5: Reflectie leerroute

Figuur 6: Reflectie leerroute

Figuur 7: Reflectie pedagogisch handelen

Figuur 8: Interview docenten

Figuur 9: Enquête leerlingen

Figuur 10: Interview BOK docent

Figuur 11: Feedback

Figuur 12: Feedback

Figuur 13: Feedback

Figuur 14: Feedback